Bijna-dijkdoorbraak
In de nacht van de Watersnood werd de situatie bij Nieuwerkerk aan de IJssel kritiek. Om vier uur ’s nachts spoelde er al water over de onverharde Groenendijk en om 5.30 uur sloeg er een gat in van 15 meter! Om een ramp te voorkomen, vorderde burgemeester Vogelaar ‘in naam der koningin’ het schip de ‘Twee Gebroeders’.
Redder van Zuid-Holland
Het was die zaterdagavond in de nacht van de Watersnood zoals altijd druk in café van Koos Honkoop (tegenwoordig: Espérance). Burgemeester Vogelaar had alle aanwezigen opgeroepen om als dijkleger naar de Groenendijk te gaan, zoals Schielands Hoge Zeedijk ter plaatse wordt genoemd. Ook schipper Arie Evegroen was in het café. Toen hulpmachinist Kleijbeuker groot alarm had geslagen om half zes ’s ochtends omdat naast zijn gemaal Esse, Gans en Blaardorp een stuk van de dijk was afgeschoven, probeerde burgemeester Vogelaar schipper Evegroen te overtuigen om met zijn schip in het gat te varen.
Maar schipper Evegroen weigerde eerst nog. Toen raapte hij al zijn moed bij elkaar. Hij nam nog een roeibootje mee op zijn schip. ,,Ik dacht als hij de polder induikelt, dan moet ik niet aan boord wezen.” Hij zag wat er gebeurde met de zandzakken die in het gat werden gegooid:,,die lagen gelijk in de polder met die stroom.” Hij plaatste zijn schip van 18 meter met de kop in de dijk. ,,Ik zei, nou even goed vasthouden en toen zette ik de schroef erop en hij draaide als een sluisdeur voor het gat… Ze hoorden de dreun aan de overkant.” Hij sprong in de roeiboot en maakte dat hij wegkwam. Kort daarop moest hij terug om de motor af te zetten. Het lukte vervolgens het gat met zandzakken te dichten. Evegroen kreeg de geuzennaam: Redder van Zuid-Holland.
Dubbeltje op z’n kant
Schipper Evegroen (48) had echter niet kunnen slagen zonder de hulp van Cor Heuvelman (22). ,,Toen burgemeester Vogelaar ons kwam vertellen dat één van de schepen naar het gat in de dijk moest varen, viel de keuze op het aakje van Evegroen aangezien onze schepen, 38 meter lang en 300 ton zwaar, te fors waren.”
Omdat de wind uit de dijk kwam, voer Evegroen op advies van Heuvelman in de wind op tegen de dijk aan. ,,Zo konden we met het lege schip niet wegwaaien, maar waaiden we juist naar de dijk toe.” De kop van het schip werd in de dijk gezet. ,,En om te voorkomen dat de kop zou wegschieten, gooide ik vanaf de kop een touwtje naar de vele mensen die al op de dijk stonden. Ze hielden zo de kop vast.” Vervolgens zwenkte het achtersteven van het schip naar het gat. ,,Het schip klapte als een sluisdeur tegen de kant en zoog zich – door de enorme stroming! – in het gat. Het leek alsof het kleine schip er precies voor gemaakt was. Het bleef aan weerskanten prachtig hangen. We hadden geen meter over…”
Toen werd het schip “De Onderneming” van Hannnes van Vliet (29) gevorderd om zandzakken aan te voeren. ,,Ze hadden zandzakken nodig en over de weggekolfde dijk konden de vrachtauto’s niet meer rijden.” Samen met zijn broers Henk en Aart is hij tot ’s avonds laat in touw geweest. ,,Het was ijskoud, het regende en er stond een storm met orkaankracht. Met grote moeite kon ik steeds met de schuit de punten bereiken. Met het gevaar door de dijk te klappen.”
Grootse deel van Zuid-Holland ontsnapte aan de Watersnood
Na een lange dag keihard zwoegen onder erbarmelijke omstandigheden, hadden Heuvelman en de broers Van Vliet een behoorlijk steentje bijgedragen aan het redden van de dijk en daarmee het leven van 3 miljoen mensen in de polders tussen Rotterdam en Leiden. Het water stroomde wel Dordrecht binnen en ook delen van Rotterdam-Zuid kwamen blank te staan. Op de kaart rechts is met een stip de locatie van de dijkdoorbraak aangegeven.
Hoe slecht de dijken van de Hollandse IJssel waren in 1953, bleek ook uit het feit dat zich op zondagmorgen 1 februari aan de overkant bij Ouderkerk zich een vergelijkbare gebeurtenis had voltrokken. Daar was het de beroemde waterstaatkundige Johan van Veen die leiding gaf aan het sluiten van een bres in de dijk van de Krimpenerwaard, door er niet één maar twee schepen in te varen.
Schielands Hoge Zeedijk was al in de 13e eeuw aangelegd in opdracht van regentes Aleid van Holland. Haar minderjarige broer was Willem II, die later het eerste hoogheemraadschap oprichtte (Rijnland in 1255). Bij Leidens Ontzet werd de Hoge Zeedijk op minstens 16 plaatsen doorgestoken, zodat de Watergeuzen naar Leiden konden varen. In 1953 stond het water in de Hollandse IJssel een meter hoger dan in 1574.
De Zuidplaspolder achter Schielands Hoge Dijk is de diepste polder van Nederland ( -6.74 m NAP). De Hollandse IJssel stond in 1953 in open verbinding met de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg. Hieronder is met donkerblauw aangegeven hoe hoog het water zou zijn gekomen als de dijk wél was doorgebroken.
bron: Onwijsnat53.nl
‘Het was een kwestie van ‘super-geluk’, zei de ingenieur van het hoogheemraadschap van Schieland later. ‘Als je honderd keer zo’n stunt uithaalt met een schip in een dijkgat, gaat het 99 keer mis.’ Het monument dat in 1983 werd onthuld, kreeg de toepasselijke naam: ‘Een dubbeltje op zijn kant’. In de zomer van 1953 besloot Schieland al om de Hoge Dijk te verhogen en te asfalteren.
Dit blog is gebaseerd op verschillende openbare bronnen.
Naar alle bronnen is een link opgenomen in de tekst.
“Niet bang voor water?
Wat de waterschappen voor je doen”
Riekt toch weer naar een schandaal wat fijn onder de NL-staatspet is gehouden. Spannend …. en beschamend. Bij gelegenheid ga ik toch eens kijken wat hier nog meer over te vinden is.
Wat een fantastisch leuk verhaal! Ik heb er van genoten en ben gelijk zelf ook even in de bronnen gedoken. Want al sinds mijn negende jaar vraag ik mij af of de heer Kleijbeuker en meneer Boer, de zand en grindhandelaar waarvan hij zandzakken kreeg om de verlaagde stukje SHZdijk te verhogen dat “Groenendijk” genaamd werd, of zij beiden wel aan de burgemeester hebben gemeld dat er eerst een dijk aan de overkant bij Ouderkerk aan de IJssel doorbrak en de Krimpenerwaard begon vol te stromen!
Want ooggetuigen hebben de oud-senator Slager gemeld dat de heer Kleijbeuker opgelucht was dat de dijk aan de overkant brak omdat het onverharde dijkgedeelte waar hij een tijd lang met zandzakken van de heer Boer door de modder heeft lopen sleuren daardoor niet zou overstromen door de plotselinge verlaging van de waterstand. Maar hij stond net even uit te blazen bij zijn gemaal toen zijn stukje SHZdijk het begaf of “TOEN HET GAT VIEL” zoals hij het uitdrukte volgens de senator in nov 1992 en nov 2010. Ik heb de vm Senator op 28 aug 2010 nog een brief geschreven en hem om nadere uitleg gevraagd,.. Maar die heb ik nog steeds niet gekregen. Mijn vraag aan hem was of een dijk (die niet meer kan overstromen zoals in deze GEVALSTUDIE) alleen nog maar kan bezwijken door “onderspoeling” ?Destijds had Theo Jongedijk van de Telegraaf van 7 september 2010 nog “(water-)gevaar van ONDEREN” genoemd omdat het STAATSGEHEIM van het WERK én ARCHIEF van de Deltacommissie (1953-61) nog niet was opgeheven.
In het deelrapport V.2 van de Deltacommissie dat niet tot STAATSGEHEIM was verklaard, stond dat alleen een inwendige stromingsdruk van het grondwater in de dijk (een “onderspoelings-druk” dus) de dijk kon doen bezwijken. Dus niet door een afschuiving” maar door een (vroege) dijkval. Ik hoop dat technisch ambtenaar Caderius van Veen (geen familie van de beroemde Dr Ir Johan van Veen), die daar ook schijnt te hebben geholpen, nog leeft want die kan mijn verhaal ongetwijfeld bevestigen. Daarna is er volgens het -eveneens niet STAATSGEHEIM gehouden – verslag van dr.ir. Van Veen zelf (714 pagina’s over de stormvloedschade aan alle honderden doorgebroken en duizenden aan de binnenkant “gevallen dijken”) bij de SHZ slechts een gaatje van 7 meter en niet 14 -15 meter gevallen, en ook het scheepje van Evegroen was niet veel langer!
Bovendien laat de PEILGRAFIEK van Rijkswaterstaat zien dat er een dubbele piek is in het verloop van het waterpeil, eerst om 3.30AM en dan nog een keer om 5.30 AM.En op pag.65 van het boek van de oud-Senator Slager uit 1992 [DE RAMP, de Koperen Tuin; Goes] staat dat opzichter J Schiddebeurs uit Moordrecht het water van de Hollandsche IJssel al op 31 januari rond middernacht heeft zien zakken! Kwam dat door de dijkbreuk(en) in de Stormpolder of in Papendrecht of in ‘s-Gravendeel of langs de Nieuwe Maas in Rotterdam? Waren dat niet allemaal vroege dijkvallen als gevolg van onderspoeling? Het water was toen één meter lager dan de NAP + 3.75 a 3.90m waarbij eerst de Hollandse Ijsseldijk aan de kant van de Krimpenerwaard “viel” en daarna brak … of liep het al zo tegen het Hoogwater van 4 a 5 AM (mogelijk zelfs 6.30 AM) dat alleen overstroming met “bresvorming” de dijk kon slopen aan de overkant. Vanaf 1AM is iedereen klaarwakker om vloerplanken voor zijn deur te zetten en Timmerman Kasbergen heeft de coupures al gesloten.
Maar Leen Roos in ‘s-Gravendeel had de eerste slachtoffers al zien vallen en was om 1 AM druk bezig mensen te redden die daar opgesloten zaten in hun huisjes aan de buitenkant van de Molendijk die toen al onder waren gelopen. En in hun huisjes aan de binnenkant van de dijk, die al uit elkaar vielen door onderspoeling vóórdat de overtrekkende waterstroom ze met man en muis deed vergaan. Verschrikkelijk wat een verhalen, ik heb er nachtmerries van gekregen nadat ik de foto tentoonstellingen van zowel ‘s-Gravendeel aan de ene kant van de Molendijk en van Puttershoek aan de andere kant van de rampzaligste Molendijk heb gezien (nu 5 jaar geleden). En toen ik aan een ternauwernood geredde nabestaande vroeg hoe laat zij de noodklokken had gehoord? Om kwart voor tien op zaterdagavond al, zei ze… “maar toch is alles en iedereen hier kort vóór en kort ná middernacht verdronken op de enige vluchtplaats die we hadden: de Molendijk”. En niet de volgende ochtend vroeg om 6 a 7.30AM.
Wij hebben de officiële PEILGRAFIEK van de haven aan de Dordtse Kil opgevraagd om te kunnen laten zien dat de waterstanden vanaf 10.10 PM hier versneld zijn gaan stijgen, als gevolg van de dijkdoorbraak om de hoek aan de Oude Maas. En dat om 2 AM en 4 AM de buitenpolderdijken aan de overkant op het eiland van Dordrecht begonnen te overstromen. Dat was bij de dip van 20 cm om 4 AM, Want dat was de hoogste waterstand en dus het moment waarop Rijkswaterstaat, de provincies, de waterschappen en hun wetenschappelijk opgeleide adviseurs wilden dat de zeedijk doorbrak en dat ook (tegen beter weten in!) aantekenden in de PEILGRAFIEK.
En dat de dip van 40 cm om plm 7.30 alle buitenpolder dijken aan de oude Maas en de Molendijk hier doorbraken, dus na de zeedijk van de Mijlpolder, want die was al sinds 5 PM op 31 januari door buitenwater van de al vroeg overstroomde buitenpolder Klein Koninkrijk belast. En dus was die 4 meter hoge zeedijk van de Mijlpolder daarachter al bij het avond-laagwater bezweken door onderspoeling, negen uur vóór de betrokken 2.5 meter hoge buitenpolderdijk doorbrak.
“Dus”? Ja, omdat het getij niet wou “ebben”… Toch raar dat Rijkswaterstaat die vroege tijdstippen van dijkdoorbraak als gevolg van onderspoeling geheim wil houden, vind u ook niet? Ja mevrouw, ik heb er zelf gewerkt in de jaren zestig,zeventig en tachtig met drie verschillende werkgevers TUDelft, RIJKSWATERSTAAT -Deltadienst en -hoofddirectie en het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge (Mass). En ik verzeker u dat het Deltaplan veel veiliger was geweest als ik deze STAATSGEHEIM gehouden gegevens toen had gekend. Dan hadden we die ‘Haakse’ Zeedijk van ingenieur Rob van den Haak (91) met openingen voor de kust van Vlaanderen naar Delfland gebouwd in plaats van die veel te duur uitgevallen stormvloedkering. Want die kering valt straks in zijn eigen gegraven kuilen, zoals een goed oud Holland spreekwoord al heeft voorspeld, en zoals de Telegraaf op 21 aug 2013 al heeft bevestigd.
Terug naar onze SHZdijk. Daar zijn al heel wat potten koffie leeggedronken in café het Posthuis van Kastelein na 1 AM als de twee zeedijken tegen over elkaar in de rivier nog moeten vallen en iedereen terugverlangt naar de tijd dat de Hollandse IJsseldijken nog rivierdijken waren.
Om 3.30 AM is het water tot NAP+3.3m gestegen en wordt de hoogste waterstand dus een uur later verwacht dan volgens de peilgrafieken van Rotterdam en Streefkerk. Want ondanks de paniek adviezen van dr Ir Van Veen aan het adres van zijn bazen bij Waterstaat -en aan Elseviers Wkbld heeft hij vergeten hier een automatische peilschrijver neer te zetten. Of de grafiek met die ZEER INFORMATIEVE DIPS ERIN bestond wel, maar werd net als die van ‘s-Gravendeel STAATSGEHEIM gehouden, net als in ‘s-Gravendeel. Hoe dan ook Jonkheer van Doorn, SP van het Waterschap, heeft zijn collega en lid van de Stormvloedcommissie Salomé die als geen ander gewaarschuwd heeft na de oorlog voor de noodzaak pm de SHZdijk al vroeg in de gaten te houden ald het KNMI hoogwater aankondigt zit tussen 2 en 3 AM al vast in zijn autootje en gezinnetje bij de ondergelopen afrit van de Moerdijkbrug op het eiland van Dordrecht ..
Die PEILGRAFIEKEN liegen er dus niet om en moeten om die reden direct in de kranten worden getoond. We hebben als belastingbetaler toch daarvoor betaald? Zelfs de best voorbereide ambtenaar heeft het onderspoelings gevaar ONDERSCHAT en dus dan maar STAATSGEHEIM verklaard… Dan gaan de minder hooggeleerde technische ambtenaren zich afvragen of de dijk wel de 4 meter hoogte heeft die op de tekeningen van o.a. het Stormvloed-commissie-lid Salomé staan en als 0.5 meter te laag zijn getekend volgens pag 197 in het proefschrift van Dr Willem van der Ham over o.a. “de onderschatte oorzaak van de watersnood-ramp 1953”.
De “Groenendijk” stroomt om plm 4AM al over als de peilschaal op +3.8m staat. Dan was hij dus een kwart meter te laag. Pas dan slaat burgemeester Vogelaar alarm om met vrachtwagens vol zand de waterstroom tegen te houden.. Maar dan gebeurt wat de Stormvloed commissie onder leiding van Van Veen en met medewerking van SHZdijk-expert Salomé vergeten hebben. Als een dijk wordt onderspoeld krijg je “verweking van ONDEREN.” En dan zakken je vrachtwagens daarin weg … of er nu wel of geen verharding op ligt maakt niet uit.. hebben ze ook bij de bijna doorgebroken Brielse Maasdam ervaren.. toen de kruin boven de voormalige ebgeul daar begon te verzakken door onderspoeling en in allerijl 30 man werden opgetrommeld om een menselijke lopende band van zandzakken, takkenbossen en stenen doorgevers te vormen. Terug naar onze SHZdijk. Vanaf dat moment stond Kleijbeuker er alleen voor want de burgemeester moest op de uitkijk blijven. Gelukkig was het Volle Maan en heeft iedereen goed kunnen zien hoe de dijk toch “viel” toen het water er allang niet meer over heen stroomde omdat de dijk overkant al was “gevallen” en doorgebroken.
De les van dit alles is dus dat die 30 cm verhoging van de SHZdijk vóór 1953 niets had uitgemaakt. Die dijk was toch evengoed “gevallen” en doorgebroken door “onderspoeling”. Maar waarom mocht die HAAKSE ZEEDIJK van Delfland naar Vlaanderen dan niet worden aangelegd voor 3.5 a 5 miljard gulden in 30 jaar tijd ((100 a 150 miljoen per jaar)?
De Nieuwe Haagsche Courant was daar in 1953 vrij duidelijk over, daags voor het Kamerdebat van 10-11 feb 1953 over de ramp. Maar iedereen hield zijn mond en het leek of de kranten zichzelf daarna zelfcensuur hadden opgelegd om de helden van de Stormvloedcommissie niet in verlegenheid te brengen. Maar aan bommen en granaten om het Rode gevaar uit het Oosten tegen te houden gaven we meer dan tien keer zoveel per jaar uit! Terwijl het land nog in puin lag als gevolg van het Nazi-gevaar uit het Oosten, nog geen acht jaar daarvóór.
Indrukwekkend!