Van Watersnoodramp tot heden De Watersnood van 1953 lijkt misschien lang geleden, maar Nederland heeft een lange historie van watersnoodrampen. Nog in 1995 moesten een kwart miljoen mensen uit de Betuwe worden geëvacueerd. Dit boek vertelt het verhaal van onze strijd tegen het water vanaf het ontstaan van de eerste polders tot het huidige Deltaprogramma.
Grote delen van West- en Noord-Nederland bestaan uit laagveen. Laagveen bevat veel water. Vanuit de lucht zie je tussen de poldersloten de weilanden opbollen, wat de indruk nog versterkt dat die weilanden op het water ‘drijven’. De Hollandse bodem bestond 2500 jaar geleden voor het grootste deel uit natte veengrond, een meters dik pakket van
De dijkdoorbraak bij Wilnis, waardoor een hele woonwijk overstroomde, is een bijzonder geval. Dit was geen incident als gevolg van slecht weer maar juist het gevolg van een prachtige zomer. Tijdens de hittegolf van 2003 raakte de ringdijk bij Wilnis langs de ringvaart van de polder Groot Mijdrecht zó uitgedroogd, dat het veen was gekrompen
Niemand wil graag betalen Waterschappen bestaan al eeuwen, en eeuwenlang was steeds de verleiding groot om toch te bezuinigen op de kosten voor de dijken. Totdat er weer eens een dijk doorbrak en de huizen blank stonden! Pas na een watersnood wist iedereen weer waarom het gezamenlijk onderhoud van dijken en watergangen zo belangrijk is.
Begin 2015 kwam er een nieuw boek uit waarin het werk van de waterschappen centraal staat. De titel is Niet bang voor Water? Met als ondertitel ‘Wat de waterschappen voor je doen.’ De schrijver is Hans Middendorp, die na de waterschapsverkiezingen op 18 maart 2015 werd benoemd tot hoogheemraad van Delfland. Middendorp is opgeleid als bioloog en
- 1
- 2