Begin 2015 kwam er een nieuw boek uit waarin het werk van de waterschappen centraal staat. De titel is Niet bang voor Water? Met als ondertitel ‘Wat de waterschappen voor je doen.’ De schrijver is Hans Middendorp, die na de waterschapsverkiezingen op 18 maart 2015 werd benoemd tot hoogheemraad van Delfland.
Middendorp is opgeleid als bioloog en heeft ruime ervaring met het werk van waterschappen. Dit is een groot verschil met Theo Dersjant, die vorig jaar het boek Oud bestuur lanceerde. Het kan verfrissend zijn als een buitenstaander een boek schrijft, maar helaas stond Oud bestuur vol met slordige fouten en missers.
Niet Bang Voor Water
Opvallend helder zonder jargon
In Niet bang voor water is een ‘insider’ aan het woord. Dit merk je als lezer aan de ene kant niet en aan de andere kant wel. Je merkt het niet aan het taalgebruik. Middendorp heeft merkbaar geprobeerd om jargon te vermijden. Zo schrijft hij gewoon over dijken, in plaats van ‘waterkeringen’ en sloten waar waterschappers meestal ‘watergangen’ zeggen. Het resultaat is een opvallend helder en begrijpelijk boek, zonder overbodig jargon.
Mijn ervaring is dat het voor zowel ‘technische mensen’ (waaronder biologen) als bestuurders vaak lastig is om moeilijke termen te vermijden als het gaat om waterbeheer. Dat dit Middendorp is gelukt, terwijl hij toch beide hoedanigheden in zich verenigt, is een compliment waard.
Naast informatief is het boekje ook compleet. Het biedt een breed overzicht van alles wat met de waterschappen te maken heeft. Daarmee is het een leuk boek voor geïnteresseerde buitenstaanders, maar ook voor waterschappers, als naslagwerkje. Vakmatige begrippen als ‘peil volgt functie’ worden heel begrijpelijk uitgelegd.
Middendorp kijkt verder dan de Nederlandse dijken en besteedt bijvoorbeeld uitgebreid aandacht aan de lessen van de orkanen Sandy en Katrina. Het grootste deel gaat uiteraard over het Nederlandse waterbeheer. Een voorbeeld:
Als er hevige regen wordt verwacht, worden gemalen al enkele uren van tevoren aangezet om alvast water uit de polder te pompen. Omgekeerd, als het twee dagen niet regent, wordt er juist extra water ingelaten in de polder. Zo lijkt het net alsof het waterpeil in de sloten in een woonwijk in de polder niet-of-nauwelijks stijgt of daalt, ongeacht of wat voor weer het is. De werkelijkheid is juist dat het waterschap continu bijstuurt om het waterpeil constant te houden op de daarvoor afgesproken waterhoogte.
De auteur is verbonden aan de Algemene Waterschapspartij (AWP), maar geeft een neutraal en enthousiast overzicht. Alleen als het gaat om de geborgde zetels schemert er misschien iets te veel een politieke opvatting door. Maar dat is dan ook het enige. Dit boekje kan uitstekend bijdragen aan de bewustwording over water en verdient het om breed te worden verspreid.
(De link naar Openbaar Bestuur en Strategie werkt helaas niet meer)
Boek bestellen: Niet bang voor water? Wat waterschappen voor je doen.