Onder het pseudoniem Cassandra, wier vloek het was dat zij de toekomst kon voorspellen maar dat niemand haar ooit geloofde, heeft Johan van Veen vanaf 1937 in publicaties in vaktijdschrift ‘De Ingenieur’ gewaarschuwd voor de te lage dijken langs de Zeeuwse en Hollandse zeegaten. Had ‘De Ramp’ in 1953 voorkomen kunnen worden als er was
Bijna-dijkdoorbraak In de nacht van de Watersnood werd de situatie bij Nieuwerkerk aan de IJssel kritiek. Om vier uur ’s nachts spoelde er al water over de onverharde Groenendijk en om 5.30 uur sloeg er een gat in van 15 meter! Om een ramp te voorkomen, vorderde burgemeester Vogelaar ‘in naam der koningin’ het schip
‘Het polderen zit de Nederlanders in het bloed’, hoor je vaak. Tegenwoordig hoor je zelfs zeggen dat het ‘polderen in het DNA van de Nederlanders zit’. Onzin, natuurlijk. Toch vertellen wij graag dat onze huidige compromis- en consensusmaatschappij voortkomt uit de noodzakelijke onderlinge samenwerking in de Middeleeuwen om droge voeten te houden in de polder.
Grote delen van West- en Noord-Nederland bestaan uit laagveen. Laagveen bevat veel water. Vanuit de lucht zie je tussen de poldersloten de weilanden opbollen, wat de indruk nog versterkt dat die weilanden op het water ‘drijven’. De Hollandse bodem bestond 2500 jaar geleden voor het grootste deel uit natte veengrond, een meters dik pakket van
De dijkdoorbraak bij Wilnis, waardoor een hele woonwijk overstroomde, is een bijzonder geval. Dit was geen incident als gevolg van slecht weer maar juist het gevolg van een prachtige zomer. Tijdens de hittegolf van 2003 raakte de ringdijk bij Wilnis langs de ringvaart van de polder Groot Mijdrecht zó uitgedroogd, dat het veen was gekrompen