De klimaatverandering gaat sneller dan gedacht, maar een orkaan boven de Noordzee lijkt nog uitgesloten in de 21-ste eeuw. Wel zien we dat orkanen op de Atlantische oceaan verder naar het noorden komen om vervolgens af te buigen naar West-Europa. Op het noordelijk halfrond treden de meeste orkanen op in augustus, september en oktober.
Windkracht 11 is nog geen orkaan
We spreken van storm bij windkracht 9 op de schaal van Beaufort: een gemiddelde windsnelheid van ten minste 75 km per uur gedurende 10 minuten. Windkracht 10 is een ‘zware storm’ en windkracht 11 is een ‘zeer zware storm’, met windsnelheden boven de 103 km per uur gedurende 10 minuten. De tweede Sint-Elizabethsvloed in 1421 en de Watersnoodramp in 1953 waren zeer zware noordwesterstormen in combinatie met springtij.
Bij windkracht 12 met windsnelheden vanaf 119 km/u spreken we van een orkaan. Op weerfoto’s herken je een orkaan aan het typische ‘oog’. Orkanen worden weer onderscheiden in 5 categorieën volgens de Saffir-Simpsonschaal: van orkaankracht 1 met windsnelheden vanaf 119km/u tot orkaankracht 5 met windsnelheden groter dan 250 km/u. Bij orkaankracht 1 is de schade meestal beperkt tot afknappende bomen, maar bij orkaankracht 5 gaan alle daken van de huizen. Als vuistregel is orkaankracht 2 tien maal zo verwoestend als orkaankracht 1, en orkaankracht 5 is 250 maal zo verwoestend!
Zuidwesterstorm
Orkanen ontstaan altijd in de tropen of in de subtropen, boven zeewater met een temperatuur van 27 graden of hoger. Boven het koudere Atlantische zeewater transformeert een orkaan tot een ‘zeer zware storm’ uit het zuidwesten. Zo’n zeer zware storm heeft geen warm zeewater meer nodig maar haalt zijn energie uit temperatuurverschillen in de lucht.
Nederland moet bij stormen uit het zuidwesten vooral rekening houden met veel neerslag en wind. Verhoging van de waterstand op zee is bij een storm uit het zuidwesten een minder groot probleem. De Watersnoodramp van 1953 werd veroorzaakt door een noordwesterstorm.
Ierland
Ierland vangt de klap op van zulke ‘zeer zware stormen’ vanuit het zuidwesten. Orkaan Ophelia uit 2017 transformeerde op weg naar Ierland in een ‘zeer zware storm’, met de eigenschappen van een gebruikelijke najaarsstorm. Het uitzonderlijke van Ophelia was dat zij bij deze overgang nog een kern bevatte met nog veel warme vochtige lucht. Ophelia had toen twee energie bronnen: zowel de energie van een tropische orkaan (energiebron op basis van verschil in luchtvochtigheid) als de energie van een gewone najaarsstorm onze breedtegraden (op basis van temperatuurverschillen). Hierdoor had Ophelia nog maar weinig aan kracht verloren toen ze Ierland bereikte over het koude Atlantische water.
De orkaan Lorenzo passeerde op 2 oktober 2019 de Azoren en liet een spoor van vernielingen achter. Lourenzo was met orkaankracht 5 de zwaarste orkaan zo noordelijk in de Atlantische oceaan sinds de metingen begonnen. Bij de Azoren was Lorenzo echter al afgezwakt naar orkaankracht 2, met windsnelheden rond de 150 km per uur. Op 4 oktober bereikte Lorenzo als zware storm de Ierse westkust. Aangekomen in Nederland was Lorenzo uitgeblust en bracht vooral veel regen.
Klimaatverandering
Het KNMI onderzocht in 2013 de gevolgen van klimaatverandering voor Europa met betrekking tot dit soort stormen. In een vervolgstudie voorspelde het KNMI toen dat ‘een orkaan als Ophelia pas rond 2090 zou plaatsvinden’. Voorzichtige conclusie: de klimaatverandering gaat duidelijk sneller dan gedacht. We zullen de komende jaren nog vaker zulke zware stormen vanaf de Atlantische oceaan meemaken.
Niet bang voor water?
Wat de waterschappen voor je doen