Als gevolg van de klimaatverandering komen extreme buien steeds vaker voor. Volgens het KNMI komen dagen met zware regenbuien gemiddeld 40% meer voor dan vijftig jaar geleden, terwijl de jaarlijkse hoeveelheid neerslag slechts met 14% is toegenomen in de afgelopen eeuw. De zomers zijn gemiddeld steeds warmer, en het regent vaker dan vroeger in grote hoosbuien. In één dag valt dan meer neerslag dan in de hele maand of zelfs maanden daarvoor. De verwachting is dat opwarming van de aarde met 2 graden Celsius inmiddels al onontkoombaar is geworden. Onze kinderen en kleinkinderen staat dus nog een paar verrassingen te wachten!
Meer neerslag en meer droogte
Veel mensen van boven de vijftig herinneren zich nog dat het vroeger bij het buitenspelen vaak langdurig motregende, net te weinig om naar binnen te gaan maar toch niet lekker. Tegenwoordig spelen kinderen sowieso minder buiten dan vroeger, maar wanneer motregent het nu nog? Het regenpatroon lijkt nu meer op een tropische bui, waarbij in korte tijd veel water naar beneden komt. De klimaatmodellen voorspellen ook dat de tussenliggende perioden zonder regen steeds langer kunnen gaan duren.
Overstroming uit de lucht
Wateroverlast is een ‘overstroming uit de lucht’. Wateroverlast is vaak lokaal maar daarom niet minder ontwrichtend: kelders lopen onder, tunnels staan vol water, en het water blijft op straat staan. Net als bij waterveiligheid gaat het bij wateroverlast over het voorkómen van slachtoffers en van schade. Volgens de EU zijn Amsterdam en Rotterdam het meest kwetsbaar voor regen-gerelateerde schade. Wij hebben dus echt wel een uitdaging hier in Nederland.
Kern van het probleem wateroverlast is dat bij grote plensbuien het water op straat niet snel genoeg kan wegstromen door de straatkolken omdat het riool al vol zit met water. Het is dus een capaciteitsprobleem. Gebieden met veel bebouwing en asfalt zijn extra kwetsbaar voor wateroverlast omdat het regenwater alleen weg kan door het riool. Het regenwater kan nergens in de grond wegzakken en er zijn ook geen sloten waar het regenwater heen kan. In de buitenwijken is wel ruimte voor het water, daar wordt het regenwater opgevangen in een sloot langs de straat of een vijver in het plantsoen of in een verdiepte plek in het grasveld (‘wadi’). Als er veel regen wordt voorspeld, begint het waterschap al met het uitmalen van water nog voordat de eerste druppels zijn gevallen. Zo kan er ook meer regenwater worden opgevangen in de sloten.
Lees het boek: “Niet bang voor water? Wat waterschappen voor je doen”