Moderne afvalwaterzuiverings-installaties maken gebruik van biologische zuiveringsstappen mét zuurstof en van zuiveringsstappen zonder zuurstof. Dat proces verloopt steeds efficiënter. Het is technisch mogelijk om grondstoffen en energie terug te winnen uit het afvalwater op een manier die geld opbrengt.
De wettelijke norm voor afvalwaterzuivering is 75% reductie van nitraat en fosfaat. In conventionele waterzuiveringsinstallaties is meer verwijdering mogelijk maar wel duurder. Met de nieuwste afvalwatertechnologie wordt het juist interessant om zo veel mogelijk grondstoffen terug te winnen, dus zo min mogelijk in het milieu te lozen. Zo gaan duurzaamheid en kostenbeperking hand in hand.
Nieuwste afvalwatertechnologie uit Nederland
Nereda is een nieuwe techniek voor afvalwaterzuivering die aan de TU Delft is ontwikkeld. In de conventionele actiefslib-zuivering wordt het afvalwater gezuiverd door de micro-organismen in het actiefslib, dat in de vorm van vlokken door de beluchtingstank zweeft. Het was al eerder mogelijk om de bacteriën in zuurstofloze omstandigheden te laten samenklonteren tot stabiele korrels. De Nereda-techniek maakt vorming van korrelslib nu ook mogelijk in normale, zuurstofhoudende omstandigheden. En omdat slibkorrels veel beter bezinken dan slibvlokken zijn er ook geen nabezinktanks meer nodig. Een Nereda-zuivering heeft slechts ca. 25% van het grondoppervlak nodig van een conventionele actiefslibzuivering met dezelfde capaciteit.
Nereda versimpelt en verkort het zuiveringsproces aanzienlijk. Dat scheelt op zichzelf al bijna 30% in de operationele kosten maar Nereda kan zelfs geld opleveren. De slibkorrels bevatten na gebruik 10% tot 15% alginaat dat normaal gesproken uit algen wordt gewonnen. Van dit alginaat wordt bioplastic gemaakt, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt voor zakken voor in de gft-bak en voor plantenpotjes die je met pot en al kunt planten.
Publiek of privaat zuiveren?
Waterschappen zijn overheden die een publieke dienst leveren: het zuiveren van het afvalwater. De kosten van het zuiveren worden omgeslagen over iedereen die afvalwater loost op het riool. Juist nu de waterschappen geld overhouden aan het zuiveren van het afvalwater waardoor de publieke kosten niet hoeven te stijgen, willen private partijen hun eigen afvalwater gaan zuiveren om daaraan zelf geld te verdienen.
Voor grote bedrijven met name in de voedingsindustrie, die volgens de huidige systematiek hoge zuiveringslasten betalen, wordt het al gauw lonend om zelf te zuiveren. Als een bedrijf zelf zuivert, hoeft bovendien voor het lozen van het zelfgezuiverde water geen zuiveringsheffing meer te worden betaald aan het waterschap. En de teruggewonnen grondstoffen of biogas kan het bedrijf dan zelf gebruiken of vermarkten. Naast bedrijven zijn er ook al voorbeelden van ziekenhuizen die op hun kosten besparen door hun eigen afvalstromen te verwerken en alleen nog schoon water lozen. Ook woonwijken zouden in de toekomst decentraal kunnen gaan zuiveren.
Lees meer in het boek Niet bang voor water? Wat waterschappen voor je doen.